Vorige week en gisteren werd ik aangenaam verrast door mijn buurvrouw die me – totaal onverwacht – enkele emmers (inderdaad,”emmers”!) noordkrieken bezorgde.
Zoals ik al van velen hoorde, hingen er dit jaar enorm veel krieken (en kersen) aan de bomen. Zoveel dat de eigenaars van deze bomen de kilo’s fruit zelf niet verwerkt krijgen.
Wij hebben hier een kersenboompje staan dat dit jaar voor het eerst in de 9 jaar dat we hier wonen, 3 kg kersen voortbracht. Te lekker om in de confituur te draaien; we aten ze allemaal op uit het vuistje of in een clafoutis. Ik was blij als een kind dat onze boom eindelijk niet volledig kaalgevreten werd door de eksters, duiven en merels!
Enfin. De krieken dus. Van de vorige lading maakte ik al confituur en van de lading die ik gisteren kreeg, maakte ik vanmorgen ook confituur. Een ander deel ging mijn diepvriezer in, alsook in die van mijn gulle buurvrouw.
Voor de confituur vond ik het ideale recept met de geleisuiker waar je 500 g suiker per kilo fruit gebruikt (rode pakjes, “Extra-Fruit”). Gisteravond zwierde ik die al over de krieken in een grote kookpot. Zo konden ze alvast
een nachtje “trekken”. Makkelijker kan het haast niet.
Daarnet zocht ik mijn laatste lege confituurpotten bij elkaar, kookte de krieken met de geleisuiker op en vulde weer heel wat potjes met deze delicatesse.
Want eerlijk is eerlijk: dit fruit is van het beste dat België biedt!
Smakelijk!
Hoelang koken, en hoelang houdbaar?
Groetjes.