Vorige vrijdag wipte ik op de terugweg van school en crèche nog snel binnen bij de slager.
Het grootste kind lag al ruim een halfuur te slapen op de achterbank, maar het kleinste kind (nu 23 maanden, dus volop aan het leren babbelen) antwoordde prompt “ja” op de vraag of hij mee binnenging bij de beenhouwer.
Daar stond ons mannetje dan, zich te vergapen aan al dat lekkers in de koeltoog, net groot genoeg om door het glas te kunnen kijken naar de bereide américain, krabsla en consoorten.
Toen ik betaald had en vroeg of hij meeging naar de auto, antwoordde hij stellig: “Neen!”. Daarop besefte de beenhouwer dat hij iets vergeten was. “Wilde gij een vleesje eten, jongen?”, waarop Pepijn zonder aarzeling in de stem antwooordde: “Ja!”.
Met het rolletje hespenworst in de hand, liep zoonlief recht naar de deur, enthousiast “Dadaaaaaaa” roepend en zwaaiend met zijn vrije hand.
Need I say more?